Je hebt grofweg de keuze tussen 5 verschillende soorten ventilators. Een tafelventilator plaats je meestal op een bureau, tafel of kast. Het is een kleinere ventilator die vaak meerdere standen heeft en heen en weer kan bewegen. Er zijn ook mini-ventilators in deze categorie.
Een staande ventilator is eigenlijk een tafelventilator maar dan met een statief. Hierdoor hoeft de ventilator geen ruimte op je bureau in te nemen. De statief is in hoogte verstelbaar en heeft net als de tafelventilator in de meeste gevallen verschillende standen en een roteerfunctie.
De plafondventilator is een grote ventilator die je ophangt. Deze ventilators zijn zeer krachtig en worden vaak gebruikt voor grotere ruimtes. De bediening is meestal met een schakelaar.
De vloerventilator zet je neer. In de meeste gevallen zijn vloerventilators een slag groter dan de tafelventilators. Ze zijn ook krachtiger, maar bewegen niet van links naar rechts, maar op en neer.
De torenventilator neemt weinig ruimte in op de vloer, maar gaat juist de hoogte in. Hierdoor vindt er op meerdere hoogtes luchtverplaatsing plaats en daarmee heeft deze ventilator een groot bereik.