
Handheld-gameconsoles neem je eenvoudig met je mee en worden ook wel draagbare spelcomputers genoemd. Deze consoles hebben per definitie geen extra scherm nodig om te kunnen gamen. Daarnaast werken ze op een batterij of accu, zodat je ook niet per se afhankelijk bent van een stopcontact in de buurt om te spelen. De eerste draagbare spelcomputers verschenen zo rond de jaren 80 van de vorige eeuw. In de jaren 90 bracht Japanse spelgigant Nintendo de Game Boy uit. Die zou lange tijd de handheld-gameconsolemarkt domineren. Nog altijd zijn Nintendo-gameconsoles een van de bekendste als het gaat om draagbare spelcomputers, al hebben ze nu concurrentie van grote merken als Sony en Asus.