
De beeldsensor is het hart van de camera, hij zet het licht om in digitale beeldinformatie. Vanwege het formaat van de compactcamera zijn de sensoren kleiner dan bij spiegelreflex- of systeemcamera’s, maar dit hoeft niet per se iets te zeggen over de beeldkwaliteit van de foto’s. Ook zegt het formaat van de beeldsensor niets over het aantal megapixels waarin een foto wordt opgeslagen. Als een sensor veel pixels heeft krijg je foto's waarin ook kleine details goed scherp zijn en kun je achteraf uitsneden maken. Kleine pixels zijn over het algemeen minder gevoelig dan grote. Daarom geldt: een grote sensor met 20 miljoen pixels zal bij slecht licht minder beeldruis geven dan een kleine sensor met hetzelfde aantal pixels. Wanneer je foto’s wilt maken met mooie achtergrond onscherpte (ook wel scherptediepte genoemd) is het aan te raden een camera te kiezen met een grotere sensor. Het is dan goed om te kiezen voor een compact camera met 1 inch sensor of een spiegelreflex- of systeemcamera.