Bij sportfotografie is het heel belangrijk dat je constant alert bent om de beste foto te kunnen schieten. Elk moment kan er iets belangrijks, moois of interessants gebeuren in een sportwedstrijd. Alleen dan worden schitterende momenten zoals de omhaal van Marco van Basten, de inhaalmanoeuvre van Max Verstappen of de gouden Olympische oefening van Epke Zonderland goed in beeld gebracht. Sportfotografie is dan ook best een kunst. Je moet snel kunnen reageren, aandacht hebben voor het spel en goed aanvoelen waar de belangrijke actie plaatsvindt. Maar bovenal heb je een goede fotocamera nodig met de juiste functies.
Met deze tips maak jij de beste sportfoto’s
Inhoud
- Wat is sportfotografie?
- Welke sluitertijd heb je nodig bij sportfotografie?
- Wat is een goede brandpuntafstand voor sportfotografie?
- Wat is de beste ISO voor sportfotografie?
- Welk diafragma moet je gebruiken voor sportfotografie?
- Wat is de beste focusmode voor sportfotografie?
- Welke modus moet je gebruiken voor sportfotografie?
- Welke camera gebruik je voor sportfotografie?
- Welke lens heb je nodig voor sportfotografie?
- Ons advies over sportfotografie
Wil je meer doen met fotografie en sportfotografie in het bijzonder? Met deze tips leg je die beslissende goal of dat fraaie wedstrijdmoment altijd goed vast. Lees alles over onder meer de beste sluitertijd, ISO en focusmode voor het maken van goede sportfoto’s.
Wat is sportfotografie?
Welke sluitertijd heb je nodig bij sportfotografie?
Sluitertijd speelt een cruciale rol bij sportfotografie. De sluitertijd bepaalt hoe snel jouw camera nodig heeft om een beeld vast te leggen. Je kunt je voorstellen dat de sluitertijd bij een sportwedstrijd supersnel moet zijn, omdat er zoveel beweging is. Sluitertijd wordt weergegeven in fracties van seconde. Een sluitertijd van minimaal 1/500 seconde is vaak goed, maar als de actie heel snel is, zoals bij een voetballer die de bal schopt of een sprinter die de finish bereikt, kan een sluitertijd van 1/1.000 of 1/2.000 seconde nodig zijn. Dit zorgt ervoor dat de bewegingen scherp en duidelijk zijn, zonder wazigheid. In het algemeen geldt: hoe sneller de sluitertijd van een camera, des te geschikter voor sportfotografie.
Wat is een goede brandpuntafstand voor sportfotografie?
Brandpuntafstand is de afstand tussen de lens van een camera en het punt waar het licht samenkomt om een scherp beeld te vormen. Het bepaalt hoe ver of dichtbij dingen lijken als je door de camera kijkt. De brandpuntsafstand van een camera wordt weergegeven in millimeters (mm). De beste afstand hangt sterk af van de sport en hoe ver je van het onderwerp af staat. Voor de meeste sporten is een telelens handig, omdat je hiermee scherpe en gedetailleerde foto's van sporters maakt, zelfs van een afstand. Een lens met een brandpuntafstand van 70-200 mm is een goede keuze, omdat je hiermee zowel dichtbij als veraf fotografeert. Voor sporten waarbij je nog verder weg staat, zoals motorsport of tennis, kan een lens van 300 mm of 400 mm handig zijn. Bij binnensporten, waar je dichterbij bent, is een lens van 24-70 mm ideaal, omdat je hiermee zowel de actie als de omgeving goed vastlegt.
Wat is de beste ISO voor sportfotografie?
ISO is een instelling op een camera die bepaalt hoe gevoelig de sensor is voor licht. Een lagere ISO-waarde betekent minder gevoeligheid en scherpere foto’s, terwijl een hogere ISO-waarde de sensor gevoeliger maakt. Dit is handig bij weinig licht. Over het algemeen wil je voor sportfotografie een ISO-instelling die hoog genoeg is om een snelle sluitertijd te ondersteunen, maar laag genoeg om onscherpte in je foto's te minimaliseren. Bij goed licht, zoals buitensporten overdag, begin je met een ISO van 400 tot 800. Bij minder licht, zoals binnensporten of 's avonds, kan het nodig zijn om je ISO te verhogen naar 1.600 tot 3.200 om scherpe foto's te maken. Het is belangrijk om te experimenteren met je camera-instellingen, omdat een systeemcamera bijvoorbeeld anders omgaat met hogere ISO-waarden dan een spiegelreflexcamera.
Welk diafragma moet je gebruiken voor sportfotografie?
Het diafragma bepaalt hoeveel licht er in je camera binnenkomt en hoe groot het gebied is dat scherp is op de foto. Bij sportfotografie gebruik je meestal een groot diafragma (bijvoorbeeld f/2.8 of f/4) om de actie scherp vast te leggen. Welke instelling je kiest, hangt af van hoeveel licht er is, hoe groot het gebied is dat je scherp wilt hebben en welke lens je gebruikt. Als je bijvoorbeeld een 70-200 mm f/2.8 lens hebt, kun je het diafragma op f/2.8 zetten. Dit zorgt voor maximale lichtinval en snelle sluitertijden.
Wat is de beste focusmode voor sportfotografie?
De beste focusmode voor sportfotografie is de autofocusmode. Op een Canon-camera heet dit AI Servo en bij andere merken zoals Sony heet dit vaak Continuous Autofocus (AF-C). Deze modus is speciaal ontworpen om bewegende onderwerpen scherp in beeld te houden. De camera past de focus continu aan terwijl het onderwerp beweegt. Sporters blijven zo scherp in beeld, zelfs als ze snel van positie veranderen. Het is ook slim om de autofocuspunten van je camera goed in te stellen. Vaak kun je kiezen voor meerdere autofocuspunten of centrum-autofocuspunten, afhankelijk van het onderwerp. Op deze manier houd je een bewegend persoon altijd in het midden van je frame, wat voor de fraaiste sportfoto’s zorgt.
Welke modus moet je gebruiken voor sportfotografie?
Voor sportfotografie is het belangrijk om de sluitertijdprioriteitmodus (Tv of S) te gebruiken. Hiermee kun je een snelle sluitertijd instellen, zoals 1/1.000 seconde, om bewegingen scherp vast te leggen. Daarnaast is de burstmodus essentieel. Deze modus maakt meerdere foto's per seconde, waardoor je de beste actie-opname kunt kiezen. Combineer dit met de eerdergenoemde autofocus (AI Servo of AF-C) om bewegende onderwerpen scherp te houden.
Welke camera gebruik je voor sportfotografie?
Voor sportfotografie zijn spiegelreflexcamera's (DSLR's) en systeemcamera's (mirrorless) ideaal. Deze camera's bieden snelle autofocus en hoge burst-snelheden, waardoor je snel bewegende onderwerpen scherp vastlegt. Een grote sensor levert betere prestaties bij weinig licht en een hogere beeldkwaliteit. Ga voor een camera die voldoet aan alle punten die hiervoor zijn benoemd. Voor sportfotografen zijn goede tripods en statieven ook belangrijk. Hiermee houd je de camera altijd stabiel en maak je alle foto’s van een sportwedstrijd vanaf hetzelfde perspectief. Met een statiefkop breng je zelfs nog meer balans in je sportfotografie. Kies altijd een camera die eenvoudig te gebruiken is op zo’n tripod en met een statiefkop.
Welke lens heb je nodig voor sportfotografie?
Welke cameralens je nodig hebt voor sportfotografie, hangt af van welke sport je volgt. Met een telelens maak je scherpe foto’s van sporters en leg je de emotie in hun gezicht goed vast, zelfs als je wat verder weg staat. Combineer deze telelens met een zoomlens als je echt op een flinke afstand moet fotograferen en goed wilt inzoomen op de atleten. Wil je een groter gedeelte van een sportmoment vastleggen, bijvoorbeeld een volledig sportveld met alle spelers erop, dan heb je een groothoeklens nodig.
Ons advies over sportfotografie
Een geschikte camera is heel belangrijk voor het maken van goede sportfoto’s. Daarnaast moet je zelf ook zorgen dat je op het goede moment de juiste instellingen gebruikt. Samenvattend adviseren we de volgende instellingen voor de beste sportfoto’s:
- Sluitertijd: minimaal 1/500 seconde.
- Brandpuntafstand: over het algemeen is 70-200 mm voldoende.
- ISO: overdag (goed licht) 400 tot 800 ’s avonds (donker): 1.600 tot 3.200.
- Diafragma: een groot diafragma van bijvoorbeeld f/2.8 of f/4.
- Focusmode: autofocusmodus.
- Modus: sluitertijdprioriteitmodus en burstmodus.