
Het objectief op je reflex- of systeemcamera is een optisch stelsel, waarin verschillende lenzen zijn opgenomen. Officieel spreek je van lens als je één enkel stuk glas bedoelt. Maar in het dagelijkse spraakgebruik hebben we het gewoon over lens als het over een objectief gaat. Het mag dus allebei: telelens of tele-objectief. Er zijn tussen objectieven allerlei verschillen aan te geven, maar het belangrijkste is de beeldhoek, ofwel: hoeveel krijg je op je foto. Bij een groothoeklens heb je een grote beeldhoek: je krijgt een ruim overzicht, waarin de onderwerpen relatief klein zijn. Bij een telelens vul je het beeld met een relatief klein gedeelte van wat je voor je ziet. Zo kun je iets in de verte groot in beeld krijgen. Bij een zoomlens is de beeldhoek variabel: je kunt in- en uitzoomen. Je krijgt een onderwerp groter of kleiner in beeld zonder dat je van je plaats hoeft te gaan.