
Een laserprinter werkt met behulp van een laserstraal. Deze beweegt razendsnel over een draaiende cilinder, die de drum heet. De laserstraal tekent als het ware de tekst of afbeeldingen van je afdruk op de drum. Vervolgens brengt de printer de toner aan op de drum. De toner is een soort poederachtige inkt. Uiteindelijk brengt de printer de drum met toner naar het papier, waar het door middel van warmte vasthecht. Het resulteert in een haarscherpe en nauwkeurige afdruk die snel droogt en niet vervaagt. We staan nog eens stil bij de belangrijkste onderdelen van een laserprinter.